1.6 Motto en kernwaarden

Ons MOTTO is: Het Braambos leeft, leert, ontwikkelt en bruist! 
Het Braambos is een school die midden in de veranderende wereld wil staan, als een veilige plek van waaruit de kinderen zich voorbereiden op de wereld van nu en de toekomst. Het werken en leren op Het Braambos is gecentreerd rond drie psychologische basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. 
Hieronder verstaan we: 
Relatie: leerlingen weten zich gezien en geaccepteerd, horen erbij, voelen zich veilig en met elkaar verbonden.
Competentie: leerlingen leren, ontwikkelen zich en ze “groeien” (kennis, vaardigheden en attitude).
Autonomie: leerlingen weten dat ze (een deel) van hun leergedrag zelf kunnen en mogen sturen. Ook zijn leerlingen verantwoordelijk voor hun eigen gedrag, werk en materiaal. 

Basisbehoeften
De drie basisbehoeften samen bepalen de richting van waaruit we werken met leerlingen en werken binnen het team. Op Het Braambos staat het leren en ontwikkelen van kinderen centraal, het is onze "core business". 
Bij het leren en ontwikkelen vinden we het belangrijk om de behoefte van het kind te zien en te kijken naar de zone van naaste ontwikkeling, de volgende stap in hun ontwikkeling. We willen leerlingen aan het einde van hun basisschool-periode een stevig fundament meegegeven hebben voor de rest van hun leven. Het Braambos is een gemeenschap waarin iedereen op zijn plek is en binnen zijn verantwoordelijkheid zijn plek mag en moet innemen. Op Het Braambos heeft het leren in de gemeenschap een plek. We leren met elkaar: met kinderen, ouders, studenten, leerkrachten en directie. We ervaren dat dit samen leren krachtig is.

Onze kernwaarden zijn: 
“leren en ontwikkelen”, “gemeenschap”, “ik doe ertoe”.

Onze kernwaarden hebben een relatie met het bovenstaande:
Leren en ontwikkelen -> competentie
Gemeenschap -> relatie 
Ik doe er toe -> autonomie

Onze kernwaarden zorgen voor de gerichte ontwikkeling van onze school. Regelmatig kijkt de directie samen met het team van leerkrachten naar de effecten van toepassing van onze kernwaarden en mogelijke verbeteringen daarvan.

Competentie
Activerende Directe Instructie en verlengde instructie
De leerkracht geeft aan wat het doel is van de les. Het doel ligt binnen de zone van naaste ontwikkeling. De leerkracht legt de les aan alle kinderen kort uit, zodat kinderen die het snappen aan het werk kunnen gaan. Een klein aantal kinderen krijgt een verlengde instructie, extra uitleg. We doen dit aan de zogenaamde instructietafel. Daarna is de leerkracht beschikbaar voor de overige kinderen. Aan het einde van de les bepalen we of het doel bereikt is en wat we de volgende keer leren.

Autonomie
Zelfstandig werken Kinderen willen leren om het “zelf“ te doen. 
Kinderen willen graag eigenaar zijn van hun eigen leerproces. Vanaf de kleuterbouw tot en met groep 8 willen we de kinderen leren om zelfstandig hun werk te doen. Zelf verantwoordelijk te zijn, zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de taken waar kinderen voor staan. Ook: samenwerken vanuit de gedachte dat kinderen elkaar goed kunnen helpen. De leerkracht begeleidt het proces en schept tijd om kinderen extra te begeleiden.

Relatie
Communicatie
We stellen open vragen en de leerkracht geeft een aantal kinderen een beurt. De kinderen hoeven geen vingers op te steken, want we dagen daarmee alle kinderen uit om na te denken. De leerkracht vat daarna de antwoorden samen en deelt het juiste antwoord met de kinderen. We passen wisselende werkvormen toe om kinderen te leren samenwerken. Kinderen leren op deze manier met elke klasgenoot samen te werken. De leerkracht is volgbaar voor de kinderen, legt uit wat hij doet en met welk doel. In elke groep maken we gebruik van een dagrooster of dagritmekaarten en een weektaak.