Inhoudsopgave
-
Over IKC Braambos
-
Het onderwijs
-
Ondersteuning en veiligheid
-
Contacten tussen school en ouders
-
Resultaten van ons onderwijs
-
Schooltijden en opvang
-
Overige wetenswaardigheden
-
Jaarplan 2023-2024
-
Nuttige adressen
-> Terug naar de inhoudsopgave
3.3 NT2 leerlingen
NT2 leerlingen zijn leerlingen die Nederlands als tweede taal hebben; het Nederlands is niet de moedertaal
Leeftijd 2-4
Op de peuterspeelzaal is er een VVE-traject (voor- en vroegschoolse educatie). Kinderen die Nederlands als tweede taal hebben, worden vroegtijdig gestimuleerd in hun ontwikkeling op het gebied van woordenschat en zinsbouw. De knipkaart wordt gebruikt als instrument om de overgang tussen peuterspeelzaal en basisschool zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. De VVE-specialist van het kinderdagverblijf komt gedurende de eerste 8 weken van de basisschool een keer in de week op onze school om de kleuter extra te begeleiden (doelgerichte aanpak).
Verder geven wij twee keer per week extra ondersteuning aan de NT2 leerlingen. Buiten de eigen groep wordt in kleine groepjes geoefend met de woordenschat en de zinsbouw. Dit gebeurt met ontwikkelingsmateriaal, praatplaten, de spreekmuur en de digitale programma’s van Bas en Schatkist. Vooraf worden in overleg met de leerkrachten de doelen vastgesteld. Aan het begin van het schooljaar wordt de TAK-toets (Taaltoets Alle Kinderen) afgenomen en aan het einde van het schooljaar nogmaals. De TAK-toets is een diagnostische toets voor het vaststellen van de mondelinge taalvaardigheid in het Nederlands. In de toets wordt vastgesteld hoeveel woorden de kinderen beheersen, zowel passief en actief. Deze toets nemen we af in de groepen 1 t/m 3.
Leeftijd 6-12
De kinderen die vanuit het buitenland voor het eerst naar Nederland komen, gaan eerst naar een taalklas op basisschool Wereldwijs. Na ongeveer 1 jaar kunnen we deze kinderen een plaats geven op onze school.
Vanaf groep 3 ondersteunen wij deze kinderen extra door een keer per week met ze buiten de groep te oefenen met de woordenschatwoorden uit de taalmethode, het lezen en het begrijpend lezen. Aan de kinderen wordt gevraagd om in een schrift de woorden op te schrijven die ze moeilijk vinden. Deze woorden worden extra besproken en uitgelegd door de leerkracht/klassenassistente die deze kinderen uit de groep haalt.